Gisteren was het patatjes-dag. Niet dat ik zin had om patat
te bakken, want daar gaat mijn kleding en haar van stinken. Maar ik had geen puf om te verzinnen wat ik nou weer op tafel moest toveren. En zo stonden
behalve de patat ook frikadellen, kroketten en kipnuggets op het menu. Geen
bami-schijven want die waren uitverkocht in Hotel Mama. En ik had geen zin om
naar de winkel te gaan om wat bij te kopen. Eigenlijk… héél eerlijk gezegd… had
ik helemaal nérgens zin in.
Die middag had ik heerlijk gewandeld met een lieve vriendin en onze
honden. We hadden gezellig samen koffiegedronken en toen zij weg ging heeft ze behalve
haar lieve natte stinkende hond waarschijnlijk ook al mijn goede zin meegenomen.
Want na haar vertrek vond ik het allemaal wel welletjes. En we hadden niet eens samen een
wijntje gehad!
De fut was eruit. De televisie ging aan
en daar zat ik. Midden op een doordeweekse dag met nog 1001 dingen te doen zat ik naar
de Olympische Spelen te kijken. Ergens
die namiddag heb ik nog in een vlaag van verstandsverbijstering de wasmachine en
de afwasmachine aangezet maar voor de rest was het Hotel Mama op z’n slechtst.
Ging die dag mijn ijdele hoop nog heel even uit
naar De Waard des huizes; al gauw ontdekte ik dat het geen ‘Hotel Papa’
werd. Hij was op het werk door een potje voetbal uitgeschakeld. Geweldige sport
hoor, dat voetbal. Alleen die blessures…..
De overige
hotelgasten waren al dagen, nee jaren besmet met het niets-doen-virus. En zo gebeurde
het dat ik me gisteren een gast in mijn eigen huis voelde. Best vreemd om te
ervaren. Maar: het was een echte eye-opener! Want zó voelt dat dus. Dát doen mijn
hotelgasten de hele tijd. Beetje de beentjes op de poef gooien. Wat rondkijken
en zo nu en dan eens praten. En heerlijk uitrusten. Best wel chill!
Afijn. Na de patatten en een eigenlijk iets te lange avondwandeling
met mijn lieve buurvrouw en haar enthousiaste hondebeest, ben ik letterlijk en figuurlijk
op de bank geploft.
Zo.
Zo.
Dat was het dan.
Beentjes omhoog en niets meer.
Niets meer….
Toen ik mijzelf rond middernacht van de bank takelde, zag ik
het goed gevulde aanrecht.
Ik rook de frituurpan en het kleine restje van de rauwe ui.
Zag de flessen ketchup en mayonaise.
De vuile bordjes, messen, vorken.
Een ontplofte keukentafel.
Jassen, tassen, sjaals, perforator, nietmachine…
Ja doei! Welterusten!
Mórgen.
Mórgen.
Dan is Hotel Mama weer geopend...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten