Bij ons thuis komt en gaat iedereen wanneer ze maar willen. Wij noemen ons huis dan ook wel eens gekscherend ‘Hotel Mama’. Die reclamezuil heb ik overigens gestolen van mijn broer; onderstaande situatie schijnt namelijk bij meerdere gezinnen in onze familie voor te komen…
Onze kinderen zijn vaste stamgast in Hotel Mama en mogen er leven en genieten. Dat doen we zelf immers ook met volle teugen! En puilt soms de keuken uit van alle mee-eters, de volgende dag zitten we er met z’n tweetjes. De ene keer is ons hotel volgeboekt met logeetjes die allemaal willen mee-ontbijten, een andere keer is het er uitgestorven en blijf ik met de gebakken eieren zitten.
Toch zijn de wensen in Hotel Mama voor bijna alle gasten hetzelfde. Het hotel moet er netjes uitzien. De kleren moeten schoon in de kast liggen. Het eten moet op tijd op tafel staan.
En wat krijgen we ervoor terug? De gasten betalen allemaal slecht. En ze moeten altijd weten waar de waard uithangt. Mijn mobiel vergeten? Onmogelijk! Een hotel is nu eenmaal 24 uur per dag open en bereikbaar voor de gasten, is het niet?
In ons hotel ben ik de multifunctioneel inzetbare kracht. Ik ben de waard, de kok, de serveerster, het kamermeisje, de taxichauffeuse, de wasserette, de linnenkamer, de politieagente, de toiletjuffrouw en de receptioniste. Functies die ik overigens meestal probleemloos afwissel en combineer.
Op een doorsnee dag ren ik met de boodschappen in en uit ons hotel, voer ondertussen een gesprek aan de telefoon, begroet de hond, schop mijn hakken uit, pak alle boodschapjes weg, begin met het eten en zet de wasmachine tussendoor even snel aan. En ergens, tussen al die bezigheden verlies ik dan nog wel eens het overzicht. Zo heb ik een keer mijn portemonnee teruggevonden in de vriezer. Het gegiechel van de gasten over mijn warrigheid accepteer ik schaamteloos. Ze hebben gewoon geen idee waar ik mee bezig ben. Niet dat ik dat zelf wèl weet…
Toch vind ik het belangrijkste dat we ons allemaal goed voelen in Hotel Mama. En dat doen we.
Soms helpen onze dochters me ‘vrijwillig’ mee om deze goedlopende zaak te runnen. Maar net zo vaak moet ik ze lief-dwingend vragen of ze de handen even uit de mouwen willen steken. Voor wat hoort wat. De ene hand wast de andere. Je kent dat soort uitspraken wel.
En dan, heel soms, als ik dan heel druk ben geweest, kan ineens mijn positieve stemming omslaan. Als ik voor de zoveelste keer alle zooi loop op te ruimen. Alweer moet stofzuigen, potten moet uitsoppen en de was sta te strijken. Hallóóó?! Ben ik hier alleen of zo? Alsof ik niets anders en beters te doen heb!? Want naast Hotel Mama heb ik ook nog andere wél-betaalde buiten-hotelse-werkzaamheden!
En dat die stamgasten dan potverdorie maar een beetje lopen te flierefluiten en te lanterfanten. De student uithangen en daarbij van elke dag genieten… Schandelijk!
Nou ja… eigenlijk wel heerlijk hè? Volgens mij is de omslag van mijn stemming meestal te wijten aan jaloezie. Want wat zou ik dat nog graag willen. Af en toe. Uitslapen tot 3 uur ’s middags. Als de stofzuiger voorbij komt even de beentjes optillen. Vragen hoe laat we gaan eten. En als de tafel gedekt moet worden, eerst uitgebreid naar het toilet moeten. Moet de hond eruit? Maar ik moet nu weg, anders mis ik de trein…
Op dit moment kan ik me ons hotel nog niet voorstellen zonder stamgasten; toch zou ik tijdens die omslagmomenten Hotel Mama het liefste even sluiten. Laat me met rust! Doe het lekker zelf! Allemaal: opzouten!
Maar ho, mijn geliefde ‘medewerker van de Huishoudelijke Dienst’ moet dan natuurlijk wel blijven!
Om mij te vertroetelen als ik gastloos onderuitgezakt ga bankhangen.
(Gepubliceerd op Absolutely Enschede)