woensdag 28 december 2011

Burgerlijk...


Ik hou van burgerlijkheid. Het geeft me een warm gevoel. Het is het fleecedekentje als je je wilt nestelen op de bank. Het kopje warme chocomelk als je van de ijsbaan komt. Het koekje bij de thee. De kers op de taart…
Bij burgerlijkheid voel ik geluk. Het maakt me vrolijk en blij. Ik probeer meestal van elke dag een klein feestje te maken. En naar eer en geweten probeer ik om de mensen om me heen te plezieren. Om samen de wereld toch een beetje mooier te maken. Nee, dat lukt me niet altijd. Maar mijn burgerlijke plicht roept me op het elke dag weer te proberen.
Mijn leventje is echt heel normaal. Gewoon burgerlijk dus. We gourmetten bijvoorbeeld altijd met Kerst. Andere mensen hoor ik complete maaltijden van vijf gangen op tafel zetten. Bewondering heb ik ervoor. Maar nu is het koken niet zo’n hele favoriete bezigheid van me en waarom moeilijk doen als het gemakkelijk kan? Alleen daarom al laat ik me ieder jaar meeslepen met de gourmet-wens. Want wie ben ik om hun en mijn plezier te bederven? Ik vind het best. Ik vind trouwens alles best zolang iedereen om me heen maar geniet. Ik geniet wel mee.
Maar van mensen die burgerlijk ongehoorzaam zijn kan ik heel dwars worden. Fietsers zonder licht of zij die geen hand uitsteken. Of mensen die met een mobieltje aan het oor chauffeuren. M’n haren gaan ervan overeind staan. Soms tel ik ze ’s morgens als ik naar mijn werk rij. Niet dat het wat uitmaakt, want als ik op het werk ben weet ik al niet meer hoeveel overtredingen ik heb geteld. Maar ik tel ze wel. Het gaat om het idee he? En weet je wat? Er zijn steeds meer burgerlijk ongehoorzame mensen. Foei toch…
Onlangs hoorde ik dat het toppunt van burgerlijkheid wel ‘het hebben van dezelfde fietsen’ is. Nou ja zeg! Dusss… Oké… Mijn man en ik hebben niet geheel toevallig ook dezelfde fietsen… Maar we vonden het wel grappig toen we ze kochten! Ach, om er nog maar een schepje bij bovenop te doen, wij hebben ook nog eens dezelfde jassen… We zijn niet zo ‘van het fietsen’ maar we voelen ons wel één als we op pad gaan. En we hebben er ook nog eens lol in dat we dezelfde jas hebben. En dan gaat onze hond in de burgerlijke fietskar met ons mee. Want je kunt van het beest niet verwachten dat hij alle afstanden maar kan mee rennen. Zo’n fietskar is echt geweldig! Maar hij is vast té burgerlijk voor woorden…

burgerlijk tuinkabouter

Oh jee, ik bedenk me net dat we een tuinkabouter hebben. Die hebben we Pim genoemd. Zo’n lelijke plasticdwerg met een vlindernetje. Ooit gekregen op een verjaardag en hij is alle keren met ons meeverhuisd. Samen met de betonnen kikker en gans. En we gingen jaren achter elkaar met de kinderen naar dezelfde camping. Natuurlijk mét de burgerlijke caravan. Ach, en met Koninginnedag vlaggen we. En we wonen al ons hele leven in het mooie Enschede. Want daar voelen we ons thuis… O sorry, heeft er daar iemand een emmer nodig?
Nou, het maakt me geen donder uit! Voor wie het vreselijk vindt; vind het maar vreselijk. Noem het burgerlijk. Ik ben ‘gewoon’ gewoon.
Pootjes in de klei en niet lullen maar poetsen. Ik geniet van mijn gezin en het thuis zijn. Dan kan ik me weer lekker inwikkelen in mijn eigen fleecedekentje op mijn eigen bank. Ik hou zelfs voldoende tijd over voor niet-burgerlijke dingen.
En, één ding is zeker, we hebben allemaal een burgerlijke staat.
Dus… wat kan mij het schelen…..
lang leve de Burgerlijkheid!

geplaatst op http://www.absolutelyenschede.nl/