Tijdens een telefoongesprek op mijn werk kijk ik uit
het raam en ben ik getuige van onderstaand tafereel…
Een student komt aangefietst. Slingerend stuurt hij het
fietsenhok in. Oeps! Hij raakt een op het hoekje geparkeerde lichtblauwe fiets.
Deze stond misschien wat te wiebelig op de standaard? Klabam! Met een smak valt
de lichtblauwe fiets om. De student ziet het gebeuren. Hij fietst echter eerst verder
het hok in en parkeert met een rotgang zijn eigen oude vehikel in de stalling. Die
fiets van hem is waarschijnlijk gekocht voor een kratje bier. De jongeman zet zijn
brik op slot en loopt terug langs alle geparkeerde fietsen, naar de omgevallen
fiets.
En dan dénk je, verwácht je en hóóp je dat hij die omgevallen
fiets oppakt en hem eventjes rechtop zet. Want per slot van rekening is het zijn
schuld dat de fiets is gevallen. En ach, hoeveel moeite is het nou? Het kost
hem hooguit 15 seconden.
Maar nee hoor. Die snotneus loopt door en laat de fiets liggen…
(Zo’n tiepetje haalt
me dus het bloed onder de nagels vandaan! Kan ik echt gefrustreerd van raken…)
Als de 'foute student' uit mijn blikveld is verdwenen komt er weer
iemand aangefietst. Het is een meisje. Zou zij misschien? Meisjes zijn over het algemeen… Laat maar. Ik hou mijn adem al niet
meer in want helaas, ook zij neemt niet eventjes de moeite om de omgevallen
fiets op te pakken. Terwijl zij haar eigen stalen ros nota bene náást het omgevallen
exemplaar zet. Pal ernáást!
(Nagelbijtende
frustratie en jeukende vingers. Gedachten als: “Ze zijn verdomme állemaal
hetzelfde!”, “Wat een mentaliteit!” en “De wereld is kapot” komen in mij naar
boven.)
En welja, het is vast collegetijd, daar komt er nóg eentje
aangefietst. En hoe. In een slakkentempo daar zeg je "U" tegen. Hij valt nog nét
niet om. Ter-gend traag! En natuurlijk een telefoon aan het hoofd. Bla bla bla. Ja, bellen, dát
kunnen ze allemaal wel! En zie, ook deze studiebol fietst langs de omgevallen
fiets het hok in. Tadaa, weer zo eentje.
(Ik ben klaar voor een
scheldkanonnade. Voel je mijn frustratie? Ze gaan echt allemaal over één kam nu
hoor! Kom maar op!)
De bolleboos verlaat het fietsenhok niet maar blijft al telefonerend
bij zijn ijzeren ros staan. Tja, hij heeft waarschijnlijk eventjes twee handjes
nodig om zijn fiets op slot zetten. En die heeft ie niet hè? Nee, want
meneertje moet zo nodig met zijn bla bla bla aan het hoofd staan…
Dan is het telefoongesprek afgelopen en zet de student zijn
fiets op slot. Netjes met beide handjes. En hij pakt zijn tas van
de bagagedrager.
(Ondertussen denk ik "Whaaaah… ze zijn echt
allemaal hetzelfde; wedje maken? Het is vast een studenten-mentaliteitje! Toe
maar, loopt maar door!")
De student sjokt het fietsenhok uit. Mobieltje opnieuw in de
hand. Moet ie de mail nog even checken? O, je mag niets missen hè manneke?
Dan komt
hij bij de omgevallen fiets en …
Hij stopt.
Hij stopt.
Watte???
Jahaa, hij stopt!
Jahaa, hij stopt!
Hij buigt zich voorover en pakt
de fiets op. Hij zet hem keurig op de standaard. Netjes terug op de
oorspronkelijke plek.
Mijn jeuk verdwijnt op slag. Ik word zelfs vrolijk.
Haaaaalleluja! Het bestaat dus nog! Ze zijn dus niet ALLEMAAL hetzelfde!
Haaaaalleluja! Het bestaat dus nog! Ze zijn dus niet ALLEMAAL hetzelfde!
Ze zijn BIJNA allemaal hetzelfde.
En dat … dat is tóch anders.